Afgelopen week woonde ik vier opera’s uitgevoerd door jonge talentvolle
mensen van de Dutch National Opera Academy samen met o.a. het Residentieorkest.
Twee nieuwe operaatjes en twee van Stravinsky. Twee neoklassieke operaatjes.
Een komische onzin opera en dus Pulcinella. Hoe zat het ook al weer met Pulcinella
Pulcinella schreef Stravinsky in 1919 voor het beroemde Ballet
Russes van Diaghilev. Het stuk is dus vrij nieuw maar klinkt oud. Dat heeft te
maken dat het geïnspireerd is op het werk van Pergolesi uit de 18e
eeuw.
Toch zit het stuk vol met nieuwe toevoegingen en draaiingen.
Ook de stemmen zijn niet vol ingezet, zoals je bij een opera gewend bent, zij
zijn slechts een van de vele instrumenten en hebben een kleinere rol.
Picasso maakte de kostuums van dit Commedia dell’arte stuk ( beide afbeeldingen zijn van hem).
De hedendaagse regisseur Itamar Serussi Sahar heeft het stuk een andere draai
gegeven, niet verhalend en niet zoetsappig. Het stuk werd nu uitgevoerd door
drie stemmen, zes lichamen en het Residentieorkest. Hij volgt het verhaal niet,
maar zet het om in bewegingen en muziek.
DNOA voert 19 en 20 januari nog de twee nieuwe operaatjes op
in de Theaterschool in Amsterdam. Het eerste stuk staat dan onder muzikale
leiding van MaNOj Kamps, een groot talent die nu nog studeert aan het
Koninklijk Conservatorium in Den Haag en die een 10 behaalde voor zijn bachelorexamen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten